Woningklachten
Steenuilen zijn snel tevreden als ze in een kast verblijven. Of er nu schimmel aan de wand zit of dode muizen in de kast liggen, ze klagen niet. Heel anders dan bij de mens, die alles ruikt en ziet, wat het woongenot niet ten goede komt.
Tijdens een bezoek om jonge Steenuilen te ringen schrokken wij ons een hoedje. Een deel van de voorkant van de kast, bij de invliegopening, was er afgevallen. De houtworm had behoorlijk toegeslagen. Ook de onderkant van de nestkast begon al aardig los te laten.
Foto: Douwe Greydanus
Zouden de uiltjes nu weg zijn? Met knikkende knieën gingen wij de ladder op. Foto: Douwe Greydanus |
Toen we voorzichtig het dak optilden, zagen we achterin de kast toch nog jongen zitten die niet in de gaten hebben gehad dat ze er zó uit konden springen. Tijdens het ringen hebben we het ontbrekende kastdeel voor nu maar even provisorisch gerepareerd, om dan bij de nacontrole de kast geheel te kunnen vervangen. Nico werd ingelicht en toen hij het erf op kwam om de kast te vervangen was toch weer het voorste deel van de kast er afgevallen.. En toch zat er nog een uiltje in de kast! Foto: Nico Godfriedt |
De nieuwe kast werd door Nico boven de oude kapotte kast opgehangen en het uiltje werd overgezet. Zonder morren aanvaardde het uiltje de splinternieuwe en tochtvrije kast. Daarna is de oude kast gedemonteerd. Foto: Nico Godfriedt |
Nog een bewijs uit het veld dat Steenuilen erg honkvast zijn, is onze eigen gemaakte kast die ook vervangen moest worden.
Door ons in allerlei bochten te wringen konden wij in deze kast kijken. De ophanging van de kast was de laatste tijd niet echt goed ondersteunend meer en begon naar voren te hangen. Nico klom op 22 oktober de ladder op om deze te vervangen. Ook hier zat een uiltje achter in de kast met de rug naar ons toe, waarschijnlijk met de gedachte: als ik jou niet zie, zie je mij ook niet. Ook is er weer een kast bijgeplaatst en is het uiltje weer overgezet naar de nieuwe kast. Foto: Nico Godfriedt |
Foto: Nico Godfriedt
We hopen dat wij in het komende seizoen deze kastbewoners weer in hun pientere oogjes kunnen kijken.
Tekst: Douwe Greydanus en Petra Velthuis